In naam van Oranje

(over het 1-april-lied van Bram Schooleman)

Jenneke Groeneveld




*)




Voor de viering van het 300-jarige nationale herdenkingsfeest van de inneming van Den Briel 1572-1872 zijn massa's gedichten en liedjes geschreven. Een van die liedjes, In naam van Oranje, doe open de poort, is uitgegroeid tot een klassieker. Behalve de kracht van de activerende woorden is het vooral ook het marstempo dat dit lied als feestlied tot een groot succes heeft gemaakt. Zo groot zelfs, dat het in 2013 de openingsmelodie was in de Kroningswals die ter ere van de inhuldiging van Willem-Alexander als Koning door het orkest van André Rieu live in Amsterdam gespeeld werd.

A.J. Schooleman

De schrijver van het lied, Abraham Jacobus Schooleman, is geen bekende Nederlander geworden. Zijn naam stond weliswaar op de gedrukte teksten van het liedje, maar over hem als persoon en liedjesschrijver was lange tijd vrijwel niets bekend. Pas na vijftig jaar kreeg men, met name in Brielle, echte belangstelling voor A. J. Schooleman. Niet dat men het lied vergeten was, maar voor het eerst ging de belangstelling uit naar de maker ervan. Die plotselinge interesse voor de tekstdichter kwam eigenlijk nog net op tijd , want zij die de jonggestorven Schooleman hadden gekend, waren inmiddels de zeventig gepasseerd.
Toen tijdens de voorbereiding van de Brielse 1-aprilviering in 1922 Geuzenliedjes ingestudeerd werden, behoorde daar als vanzelfsprekend ook het lied 'In naam van Oranje' bij. Waarschijnlijk heeft Johan Been zich toen gerealiseerd dat ook hij weinig afwist van de maker van het populaire lied. Eind maart 1922 verscheen er daarom in de rubriek "Letteren en Kunst" van de Nieuwe Rotterdamse Courant een stukje met de titel 'Geuzenliedekens'. Daarin gaf Been te kennen 'dat wij gaarne wel eens iets naders zouden willen weten aangaande dien A. J. Schooleman op wiens naam tekst en melodie staan'.
Er kwamen drie reacties binnen. Twee ervan verschenen samen in een krantenstukje en de andere was gericht aan de 'feestcommissie' van het herdenkingsfeest in Den Briel, maar werd nooit gepubliceerd.




Een reactie van R.C. Schooleman


De heer R.C. Schooleman, de broer van Abraham Jacobus (Bram) Schooleman, schreef dat 'Bram' het liedje had geschreven toen hij 19 jaar oud was. Hij was toen leerling van de Rijksnormaalschool in Zutphen. Dat hij had mogen doorleren was toen niet vanzelfsprekend geweest voor een jongen van eenvoudige komaf. Na de lagere school was Bram dan ook in de leer gegaan bij de dorpssmid. Maar Brams heldere verstand was niet onopgemerkt gebleven. Zijn schranderheid viel zelfs zo op, dat enkele notabelen uit zijn dorp hem de kans boden onderwijzer te worden. Door zijn goede resultaten op de Rijksnormaalschool in Zutphen kwam Bram in aanmerking voor een rijksbeurs. Binnen de tijd die daarvoor stond slaagde hij voor zijn akte als hulponderwijzer en al snel volgde zijn aanstelling op een lagere school in Den Haag. Zijn lied, waarvan de oorspronkelijke titel luidde 'het liedje van Koppelstok', maar bekend is geworden onder de titel 'In naam van Oranje' verhuisde met hem mee, want waar hij ook ging of stond, er was altijd wel een carillon, fanfare of straatorgel die het liedje op het repertoire had staan.

Zo succesvol echter als zijn studiejaren waren verlopen, zo door en door triest verliepen de jaren daarna. Tussen de uitgave van In naam van Oranje en zijn dood in 1875 lagen slechts drie jaren. Een noodlottige val van een bankje was hem fataal geworden. Brams broer schrijft hierover: 'Toen hij voor de klasse op een bankje stond, kantelde het. Hij viel en bezeerde zijn heup; ontwrichting veranderde in gewrichtsontsteking, die ernstig bleek.' De patiënt werd naar Gorssel gebracht, waar zijn vader woonde en werkte. Brams toestand was toen al zo verslechterd dat er geen hoop meer was. Kort daarna, een maand na zijn 22ste verjaardag, stierf hij en werd in Akkrum begraven.

Een reactie van de heer G.J. Kerlen


De heer G.J. Kerlen, een onderwijzer die tijdens het ontstaan van het lied met Bram Schooleman bevriend was, haalt in een krantenstukje voor 'De Avondpost' van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 13 april 1922 wat herinneringen op aan het liedje. Zo schrijft hij dat hij Bram Schooleman destijds 'geholpen heeft naar het zoeken van een passende melodie voor het lied. Dat bleek niet meer nodig, want een uitgever uit Zutphen had zich intussen al meester gemaakt van het lied. Binnen veertien dagen werden er tachtigduizend exemplaren van het lied verkocht, aldus Kerlen en hij vervolgt: 'Schooleman spon er echter geen garen bij, geldelijk voordeel hebben wij er niet van genoten. Bram kreeg van de uitgever de Literaire Fantasieën van Busken Huet en ik ontving een prachtwerk over de Nederlandsche Letterkunde. Zoo is de geschiedenis van den jong gestorven onderwijzer, die zoo een uitmuntend geslaagd volkslied geschreven heeft.'

Een reactie van de heer H. van Lohuizen


Een andere tijdgenoot van Bram Schooleman , die op de oproep reageerde, was de heer H. van Lohuizen uit Arnhem. Zijn brief is niet gedateerd en maakt deel uit van de omvangrijke correspondentie 'van en naar Johan Been' die rond 1922 gevoerd werd.

'Geachte Heer,
Misschien interesseert het U, iets te vernemen over den oorsprong van het lied van A.J. Schooleman, 'In naam van Oranje doe open de poort!' A.J. Schooleman was in 1872 kweekeling op de rijksnormaalschool te Zutphen en met andere kweekelingen in huis bij den heer G. Tempelmans Plat, hoofdonderwijzer aldaar. Wij zongen in dien tijd veel een lied, waarvan ik mij het begin nog slechts gedeeltelijk herinner:

In naam van den Koning, doe open de deur!
Wij eischen 't in naam van de wet
Geen rechtgeaard burger van Neerland is hij,
Die tegen de wet zich verzet..


Naam van dichter en componist heb ik nooit aangetroffen. Nu werden in het begin van 1872 veel feestliederen gemaakt, die dienst zouden kunnen doen bij het Aprilfeest. Ook Schooleman beproefde zijn krachten, maakte een vers op de bekende melodie, gaf het uit en 't sloeg in. 't Werd algemeen gezongen bij de feesten van 1872 en nog lang daarna. Schooleman kwam van Gorssel, waar zijn vader stationschef was. Later is hij onderwijzer in Den Haag geweest en aldaar op betrekkelijk jeugdigen leeftijd overleden'
Hoogachtend, Uw d.w. H. van Lohuizen'

In naam van Oranje

Over het feit dat het lied op een al bestaande tekst zou zijn geschreven, en over Kerlen's opmerking: 'een passende melodie voor het lied was niet meer nodig' en de opmerking van de heer Lohuizen: 'Schooleman maakte een vers op de bekende melodie', heeft Been zich verder het hoofd niet over gebroken. De componist van het lied is ook nu nog niet bekend. Ondanks dat, kan men niet om het lied heen. Dat begreep Johan Been heel goed. In zijn bundeltje Tien Brielsche Liedjes, zijn er negen door hem zelf geschreven en het tiende is de grote hit van Schooleman. In het voorwoord schrijft Been: 'Hoewel dit lied niet van mij is, heb ik het toch opgenomen, omdat, zonder dit tot in Duitschland gezongen liedje, een Brielsche bundel niet compleet zou zijn.' Als eerbetoon aan dit lied, gaf Been de bundel als titel: In naam van Oranje.




-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=


*) ensemble Adri Troost met zang van Adri Troost (1936-2019)