Paddeltje

door Jenneke Groeneveld


Wie kent Paddeltje niet, de scheepsjongen van Michiel de Ruijer? In 1908 verscheen het gelijknamige boek van de Brielse schrijver Johan Been en het zou zijn bekendste worden. Met zijn ruim vijftig drukken behoort het tot de klassiekers van de Nederlandse jeugdliteratuur. Van Paddeltje bestaat ook een hoor- en toneelspel.

Paddeltje, een jongmaatje uit Vlissingen maakt zijn eerste zeereis bij Michiel de Ruijter aan boord. De kleine pientere jongen valt De Ruijter meteen op. Hij raadt Paddeltje aan naar school te gaan, want een toekomstig schipper moet kunnen rekenen, lezen en schrijven. De Ruijter regelt voor hem een plaatsje bij een schoolmeester in Den Briel. Op een volgende zeereis van Michiel de Ruijter naar de Barbarijse kust mag Paddeltje opnieuw aanmonsteren. De tocht langs de Duinkerker Kapers, door de straat van Gibraltar en langs de rif-piraten van Tunis, beleeft Paddeltje als een gevaarlijk, maar spannend avontuur. Helaas valt Paddeltje in handen van Il Tigretto, een beruchte, schatrijke zeerover in Noord-Afrika. Paddeltje weigert voor hem te gaan varen en dus dreigt het slecht met hem af te lopen. De genegenheid die Il Tigretto's dochtertje voor de aardige Paddeltje voelt, zal uiteindelijk zijn redding worden. Wanneer Il Tigretto het slachtoffer wordt van een overval en hij zijn einde voelt naderen, vertrouwt hij Paddeltje niet alleen zijn dochtertje toe maar ook een kaart met aanwijzingen die leiden naar de plaats waar hij zijn kostbare schatten verborgen heeft. Daarover gaat het volgende boek over Paddeltje: 'Om de schatten van Il Tigretto'.

In de 100 jaar sinds de publicatie werd het boek vele malen herdrukt en veranderde het regelmatig van uiterlijk en inhoud. Want ook een boek moet met zijn tijd meegaan: bij een boek komt dit neer op herziening en aanpassing van tekst en uiterlijk.

Wat opvalt bij het op een rijtje zetten van alle drukken van Paddeltje, is de verscheidenheid aan omslagtekeningen en de omvang van de boeken. Tijdens Johan Beens leven, tot eind 1930, verschenen er vier drukken van Paddeltje. De eerste druk in 1908 telde 411 pagina's en werd geïllustreerd met 20 prachtige geëtste tekeningen van J. Isings jr. Hoewel deze druk al vrij spoedig uitverkocht was, kon er vanwege de oorlogsomstandigheden van 1914-1918 pas in 1917 een tweede druk verschijnen. Die tweede druk verschilde van de eerste in negatieve zin. Het papier was van mindere kwaliteit, het telde minder pagina's en minder platen en een deel van deze oplage verscheen al niet meer met linnen omslag. Tijdens de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog werd er nog meer beknibbeld op het uiterlijk en de omvang van de boeken. De versies die gedrukt werden tussen 1953 en 1983 waren door het weglaten van verschillende hoofdstukken geslonken tot 157 pagina's en kwam er nog maar 1 plaat in voor. Rond 1990 kwam er een opleving. Het nostalgische boek trok belangstelling. De directeur van uitgeverij Kluitman P.F.A. Stanco, bewerkte onder het pseudoniem John van Foreest de eerste druk van Paddeltje. Hij metamorfoseerde het met een kafttekening van Ed Koenders tot een aantrekkelijk jeugdboek van 222 pagina's.

Ook inhoudelijk werd Paddeltje aangepakt. De veranderende opvattingen op zowel cognitief als stilistisch gebied gaven redenen de tekst te herzien. De historische uitweidingen, waarmee Been zijn boeken doorspekte, verhuisden naar een bijlage; moeilijke en verouderde woorden werden door nu gangbare woorden vervangen of weggelaten. Ook discriminerende en beledigende uitspraken van Paddeltje over bruine Moren, apentaaltje en nikkers werden geschrapt. Maar de passages waarin Been Paddeltje Den Briel binnensmokkelt om hem juist daar naar school te laten gaan, zijn in ere hersteld, waarmee Been en Brielle weer zijn herenigd. Een nieuwe druk met het uiterlijk van de eerste druk in 1908, maar in de huidige taal verscheen naar aanleiding van Paddeltje honderd jaar in 2008.