EEN LEGERAANVAL OP ONS DORP





In het voorjaar van 1887 bracht het Leger des Heils voor het eerst een bezoek aan Nederland. Tien jaar later was het 'Leger des Heils' al zo ingeburgerd en had het zich met zo veel korpsen in het land uitgebreid, dat vrijwel iedereen wel wist waar het heilsleger voor stond.
Al in de zomer van 1890 hadden de heilsoldaten het plan opgevat ook Den Briel met een bezoek te vereren. Dat gebeurde in een stoet met muziek van koperblazers en de rinkelende tamboerijnen van de heislsodates. De intocht had nogal wat voeten in aarde, want aan het bezoek was een advertentie in de Nieuwe Brielsche Courant voorafgegaan waarin werd gevraagd om een lokaal voor het Leger des Heils om er oefening te kunnen houden. Het lokaal werd niet zo een-twee-drie gevonden: daar ging bijna een jaar overheen. Na vele vergeefse pogingen was het in maart 1891 dan zover en konden de Briellenaren in hun krant lezen: 'j.l. Vrijdagavond arriveerde alhier een kapitein en een luitenant van het 'Leger des Heils' om hedenavond 8 uur de eerste samenkomst te houden in het gebouw van de vroegere Bijzondere School op het Maarland.' Over hoe die samenkomst verliep en over het verblijf van de heilsoldaten in Den Briel, gaf Been zijn impressie in het gedicht 'De Zondaarsbank', en het verhaal 'Een legeraanval op ons dorp'. In dit interessante verhaal, waarin Been met gemengde gevoelens schrijft over het zingen, bidden, de zondebank en het werken op het gevoel, schetst hij een mooi beeld van de beginperiode van het 'Leger de Heils'. Het 'Leger' heeft zich niet in Den Briel blijvend gevestigd. Na verloop van enige tijd, was, zoals Been in zijn verhaal schrijft, het nieuwtje er voor de Briellenaars af en vertrok het heilsleger met stille trom.

'Een Legeraanval op ons dorp' werd gepubliceerd in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift,1904, jrg. 14, blz. 337-349.
'De Zondaarsbank', gepubliceerd in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift,1893, p. 545, illustrator: Willy Steelink Lees artikel...